Niet in Nederland wonende werknemers en gepensioneerden ontvangen vanaf 2019 een lager bedrag aan loon en/of pensioen. Vanaf 2019 mag het belastingdeel van de heffingskortingen (met uitzondering van de arbeidskorting) niet meer maandelijks met het loon en/of pensioen verrekend worden. Hierdoor zal er een hoger bedrag aan belasting worden ingehouden. Dit heeft tot gevolg dat het netto-inkomen lager uitvalt. Via de aangifte inkomstenbelasting kan het niet genoten deel van heffingskorting alsnog geclaimd worden, als wordt voldaan aan de eisen van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Alleen kwalificerende buitenlands belastingplichtigen hebben recht op het belastingdeel van de heffingskortingen. Na afloop van een jaar kan pas beoordeeld worden of iemand aan de eisen van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht voldoet. Hierdoor heeft de wetgeving besloten om vanaf 2019 het belastingdeel van de heffingskortingen (met uitzondering van de arbeidskorting) niet meer vooraf te verrekenen. Het niet verrekenen van het belastingdeel van de algemene heffingskorting kan op jaarbasis al snel een paar honderd euro netto schelen. Desgewenst kan via een voorlopige aanslag verzocht worden om maandelijkse uitbetaling van het belastingdeel van de heffingskortingen. Er hoeft dan niet gewacht te worden op de terugbetaling achteraf. Echter een verzoek tot een voorlopige aanslag kan alleen als het voorgaande jaar voldaan is aan de eisen van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht.